Toen en nu(1901)–Fredericus Hendrikus van Leent– Auteursrecht onbekendvan 1801 tot 1901 Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] De klepperman. Het heugt ons nog hoe wij in onze jonge jaren, Bij duist'ren nacht, in bed wel eens vreesachtig waren, Maar hoorden wij daarna des nachtwacht's ratel gaan, Dan was het met de vrees en angst bij ons gedaan; Dan dachten wij, Verheugd en blij: ‘Zou ik voor de dieven vreezen.... Neen, die goede klepperman, Maakt dat ik gerust kan wezen, En ook veilig slapen kan, Lieve klepper, houdt de wacht, Ik ga slapen, goeden nacht!’ (Uit ‘Van Alphen's Kindergedichten’). Vorige Volgende