Van alles wat.
‘En nu ben ik hier in de Residentie eens een kijkje komen nemen,’ sprak Haantje de Voorste bij zich zelven, die de reis per rijwiel had afgelegd om het bloemencorso te zien. O! O! wat een onafzienbare schare van jonge dames, allen op rijwielen gezeten, die smaakvol met bloemen, groen en oranje versierd waren. Men kon het onze Vorstinnen wel aanzien dat dit schouwspel ook Hare aandacht waardig mocht genoemd worden. 't Leek net een tuin met schoone bloemen en wie er de schoonste bloem van was, zou elke Hollandsche jongen wel weten te zeggen. Onder de duizenden toeschouwers op de Renkummerheide mocht Haantje de Voorste evenmin ontbreken. Hij was een liefhebber van wielersport, zoodat een reisje daar heen voor hem geen bezwaar opleverde. Of hij daar genoten heeft! Het militaire schouwspel deed zijn jongenshart sneller kloppen en toen de rijdende artillerie langs de Koninklijke Amazone reed, kon hij zich niet langer bedwingen en zong hij zoo luid hij kon: ‘Oranje boven! Leve het Nederlandsche Leger.’