Haantje de Voorste bij de inhuldigingsfeesten(1898)–Fredericus Hendrikus van Leent– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Wat haantje de voorste den Engelschman verhaalde. ‘O, o, Sir! wenscht gij in Baedeker te lezen, Voor wien dat Standbeeld hier is verrezen....?’ - ‘Yes!’ ‘Wel, dat kan ik je wel uitleggen: Dat is ‘Onze Rembrandt’ zal ieder Amsterdammer je zeggen! Hij was de grootste schilder van zijn tijd, ook etste hij keurig en fijn; Men noemt hem ook wel Rembrandt van Rijn Omdat hij aan den Rijn, bij Leiden, werd geboren, Waar zijn Vader een molen bezat, die maalde het koren - En als u naar 't Rijks-Museum wilt gaan, - 't Is niet ver hier vandaan - Dan kunt u onder veel kunst - zoovan mannen als vrouwen - Rembrandt's meesterstuk ‘De Nachtwacht’ aanschouwen!’ - ‘Of hij hier gewoond heeft, vraagt U?’ ‘Zeker, hij heeft hier zijn roem verworven En is ook in Amsterdam gestorven; Hem werd - naar de gewoonte van dien tijd - Een laaste rustplaats in de Westerkerk bereid.’ - ‘I thank you!’ ‘Tot weerziens. Sir!’ Vorige Volgende