geschikt is dan het myne; en deze zouden, door zulk eenen arbeid, wezentlyk nut stichten, en de blaem van minderheid tegen de tael opgeworpen, werkdadiglyk en waerdiglyk wreken.
Over de stukken in dezen bundel voorkomende heb ik weinig te zeggen. Het ware overbodig te doen opmerken, dat ik, by het vervaerdigen van het prysvers: Zegeprael van 's Lands onafhankelykheid, de verschillende omwentelingen die opvolgenlyk deze onafhankelykheid hebben bevorderd, in het oog gehad heb, en niet uitsluitelyk de laetste. Sommigen heeft dit gebelgd, en volgens hen, had myn vers een smaeddicht tegen de voormalige regering moeten zyn; anderen, in tegendeel, hebben my dit vers als eene misdaed aengerekend. Aen beiden antwoord ik met Frankryks grooten lierdichter:
Non, sous quelque drapeau que le barde se range,
La muse sert sa gloire et non ses passions;
Non, je n'ai pas coupé les ailes de cet ange,
Pour l'atteler, hurlant, au char des factions!
Het vaderland moet ieder boven alles beminnen; maer die het door partyzucht meent te dienen, is een verdwaelde, en in myne oogen ware het eene schennis de poëzy tot staetkunde te verlagen. Overigens, indien gemeld prysvers eenige uitlegging noodig heeft, diene daertoe het vers getyteld: De Vrede.
Voor den Boudewyn heb ik de volgende schryvers geraedpleegd: J.J. De Smet, Histoire de la Belgique, welke Le Beau, Histoire du Bas-Empire, aenhaelt; A.J. Panckoucke, Abrégé Chronologique de l'Histoire de Flandre; Dewez, Histoire générale de la Belgique; Baron, Mosaïque Belge. Zoo veel de dichterlyke behandeling het toeliet, heb ik my gehouden aen de meest waerschynlyke historische oorkonden. Trouwens, de geschiedschryvers zyn het tegenwoordig genoegzaem eens, om in den kluizenaer van Glançon geenszins Boudewyn van Constantinopel te erkennen, waer wel een' gelukzoeker, Bertrand de Rays genaemd, die het werktuig en het slagtoffer der eer- en wraekzucht van sommige Vlaemsche en Henegouwsche edelen was. Wat het tooneel der gebeurtenis aengaet, elk lezer weet, dat Bulgarië, destyds een magtig koningryk, thans een gewest van het Turksch gebied uitmaekt, nog beroemd om zyne baden en de menigte van adelaren in deszelfs gebergten. Ternovo, de oude hoofdstad, is tot een dorp vervallen.
Men wil, dat Balzac, in eene zyner vertellingen, iets gelykend aen den conscrit in de Weduwe en de Wees, hebbe aengeteekend. Ik had geene gelegenheid zulks na te gaen. Genoeg zy het te weten, dat het onderwerp dezer romance niet geheel en al een verdichtsel is. Fritz en Mathilde en de Hut in 't Woud zyn vruchten der verbeelding.
Met betrekking tot de spelling, heb ik gemeend te moeten volherden in het stelsel, hetwelk ik in de Commissie ter beoordeeling over den uitslag der prysvraeg, door het Staetsbestuer nopens het stuk uitgeschreven, heb helpen verdedigen.