Gedichten(1856)–Karel Lodewijk Ledeganck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 407] [p. 407] Aen * * * Gy loopt by al de buren rond, En zegt, als werdt ge er door geprezen, Dat ik een' kus drukte op uw' mond. Welhoe ge moet toch leelyk wezen, Daer 't u verwondert, hoe een man Een vrouw, als gy zyt, kussen kan. Vorige Volgende