de samenspraak De Wetenschap en de Kunst alleen in 't Verslag der Hollandsche Maatschappij van Fraaie Kunsten en Wetenschappen, bij wier 75 jarig bestaan, feestelijk gevierd den 14 September 1875, het stuk werd voorgedragen door de Dames Kleine en de Vries. Het overige van Afdeeling I is nooit in druk verschenen. En van Afdeeling II zijn slechts ongeveer een vijftal stukjes nog eens elders geplaatst.
Verder moet ik nog opmerken, dat het stukje: De bui is over (bl. 80) zijn ontstaan te danken heeft aan de aanschouwing van de bekende plaat, naar de schilderij van van Muyden, voorstellende eenige kinderen, die van onder korenschooven uitkomen, nu de regen opgehouden heeft, die tot schuilen hen drong; - en dat de eenigszins phantastische, maar almeê dáárdoor treffende voorstelling, die grondslag en inhoud uitmaakt van: Eeuwig (bl. 86) niet van mij is, maar ontleend aan den gedachtenkring der oude Mystiek.
Voorts nog een woord over den sonnettenkrans, die, onder den titel: Der bloemen lof, op bl. 51-63 wordt gevonden. Een sonnet bestaat uit veertien verzen, gewoonlijk vijfvoetige jamben, en splitst zich in twee