Nawoord
In tegenstelling tot de voor ‘Partij-Remise’ gebruikte methode om, ook voor de bijfiguren van den roman, reëel bestaande menschen en hun lotgevallen te beschrijven, komen in ‘Zuiderzee’ géen portretten voor. Hier is veeleer getracht typen te teekenen waarvoor de karaktertrekken en belevenissen van onderling zeer verschillende menschen, naar vrije fantasie van den schrijver, in enkele figuren samengevat werden. Ook daar waar gebeurtenissen beschreven worden die werkelijk plaats gevonden hebben, komen de karakters der handelende personen dus niét overeen met die van degenen welke werkelijk bij deze gebeurtenissen tegenwoordig waren.
Een speciale moeilijkheid leverde de vraag van het dialekt op. Oorspronkelijk waren, zooals nog uit de in enkele tijdschriften afgedrukte fragmenten kan blijken, groote stukken dialoog in het Urker dialekt geschreven. Waarom echter zouden de Urkers wel hun dialekt en de Friezen niet hun eigen taal spreken? Het gebruik van de Friesche taal echter bood voor den Hollandschen lezer en voor de taaleenheid van het boek onoverkomelijke bezwaren. Er is nu getracht bij het gebruik van de Nederlandsche spelling toch zooveel mogelijk, door het inlasschen van bepaalde zinswendingen en woorden, het karakter van het Urker dialekt en de Friesche taal vast te houden, voor zoover dit mij typisch scheen voor de mentaliteit der geschetste personen. Enkele dokumentaties uit het door mij gebruikte bronnenmateriaal (de in de Universiteits Bibliotheek en Openbare leeszaal te Amsterdam aanwezige boeken en tijdschriften), zijn letterlijk in dit boek verwerkt.
DE SCHRIJVER.