jongens met hun mutsje rond: ‘want ze moeten toch wat zakgeld hebben als ze in Madrid komen!’ Als ze een beetje tot zichzelf gekomen zijn, beginnen de deserteurs te vertellen: dat men ze uit hun dorp gehaald heeft en gedwongen om dienst te nemen, dat bijna de helft van hun troep uit Portugezen bestaat die door de regering-Salandra zijn gezonden, dat men hun in geen drie maanden een centiem soldij betaald heeft en dat een soldaat, die om een deken gevraagd heeft, tot straf de hele nacht naakt op post gezet werd.
Achter ons gebouw ronkt een motor.
Per telefoon is de propagandadienst gewaarschuwd en de loudspeaker van alta voz del frente is aangekomen. Wij schuiven het grote houten gevaarte zo ver mogelijk vooruit naar de vijandelijke linies en leggen de leiding achterwaarts naar een veilige plaats waar de microfoon opgesteld wordt. Door de nacht schettert het Spaanse volkslied; het lied van Riego.
‘Atención! Atención’.
Een kameraad begint zijn toespraak. De vijand antwoordt met een verwoed geweervuur in de richting van ons houten monster. Zijn stem is sterker dan die der mitrailleurs. ‘Arbeiders aan de overkant, waarom vechten jelui tegen je kameraden?’ Als de kameraad uitgesproken is, herhaalt een ander zijn toespraak in het Portugees, daarna spreekt een Arabier tot de Moren.
Het schieten aan de andere kant is nu bijna geheel opgehouden.
‘Nu zullen tot jelui spreken enkele makkers die vannacht zelf naar ons over zijn gelopen’. Het is volkomen stil als een der deserteurs het woord neemt:
‘Ze hebben ons niet doodgeschoten, ze hebben ons eten en kleren gegeven, ze hebben ons behandeld als mensen, horen jelui, als mensen, als mensen! En die sergeant van ons, die met zijn revolver dreigt, die moeten jelui overhoop schieten en je moet doen wat wij gedaan hebben, want die jelui “de roden” noemen dat zijn mensen, maar de officieren van ons en Franco en de hele bende, dat zijn hijos de puta en Madrid zullen ze lekker toch niet nemen!’
Onze soldaten juichen, lachen, huilen en lopen achter de auto aan die de beide nieuwe kameraden naar de stad brengt.