Inleiding.
‘De bevrijding der arbeidersklasse moet het werk van de arbeiders zelf zijn’ (Karl Marx).
Uitgaande van deze gedachte heb ik willen trachten te schetsen hoe, onder den invloed van den wereldoorlog, een geleidelijke revolutioneering van het Nederlandsche proletariaat plaats vond, tenslotte leidende tot de generale repetitie van 1918. Niet de periode van '18 zelve, die een roman voor zich zou eischen, maar het proces dezer revolutioneering heb ik willen geven, terwijl ik van plan ben de daarop volgende inzinking en de wederopleving in onzen tijd in een volgend boek te beschrijven, waarin men dezelfde personen van dezen roman terug zal vinden.
Werkende aan een historische stof heb ik gestreefd naar de grootst mooglijke historische juistheid, ik heb daarom niet slechts zeer vele ooggetuigen geïnterviewd maar tevens, zoover eenigszins mooglijk, hun mededeelingen telkens opnieuw getoetst aan kranten en boeken. De werken welke ik ter documenteering voornamelijk gebruikt heb, zijn o.a. het verzamelwerk ‘Nederland in Oorlogstijd’, Treub's ‘Oorlogstijd’, H. Roland Holst: Kapitaal en Arbeid, Het proces Sneevliet, Troelstra's Gedenkschriften, Winkler's, ‘Pieter Jelles Troelstra’ benevens een zeer groot aantal brochures en de oude jaargangen van het Volk, de