Vrouw-beroep-maatschappij
(1969)–H.M. Langeveld– Auteursrechtelijk beschermdAnalyse van een vertraagde emancipatie
H.M. Langeveld, Vrouw-beroep-maatschappij. Analyse van een vertraagde emancipatie. Bijleveld, Utrecht 1969
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 3102 D 7
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Vrouw-beroep-maatschappij. Analyse van een vertraagde emancipatie van H.M. Langeveld uit 1969.
redactionele ingrepen
In het origineel staan vanaf hoofdstuk V een aantal alinea's van de lopende tekst in een kleinere letter afgedrukt. Om dit verschil te markeren zijn deze alinea's in de digitale editie ingesprongen.
p. 48-49: in het origineel staat de toelichtende tekst onder de tabellen verspreid over twee pagina's. In de digitale versie is deze tekst in zijn geheel onder de tabel op pagina 49 geplaatst.
p. 108-109: in het origineel staat de toelichtende tekst onder de tabellen verspreid over twee pagina's. In de digitale versie is deze tekst in zijn geheel onder de tabel op pagina 109 geplaatst.
p. 208-209: in de digitale versie kan een accolade niet over meerdere regels worden weergegeven. Daarom is de accolade hier op elke regel herhaald.
p. 238: tabel xxii is te breed voor de digitale versie. Daarom is deze tabel hier in twee delen weergegeven.
p. 322: tabel 3 is te breed voor de digitale versie. Daarom is deze tabel hier in twee delen weergegeven.
p. 335: weteenschappen → wetenschappen: ‘sociale wetenschappen’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 60, 118, 136, 154, 182, 200, 254, 280, 316, 320 en 362) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
vrouw-beroep-maatschappij
[pagina 2]
sociologie en samenleving
rotterdamse bijdragen onder redactie van dr. j.a.a. van doorn hoogleraar in de sociologie aan de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam
[pagina 3]
prof. dr. h.m. in 't veld - langeveld
vrouw-beroep-maatschappij analyse van een vertraagde emancipatie
bijleveld utrecht
[pagina 4]
© 1969 uitgeverij bijleveld, utrecht
niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
druk: bosch, utrecht / omslagontwerp: wim crouwel
[pagina 5]
inhoud
hoofdstuk i | inleiding met de nodige waarschuwingen | 13 |
maatschappelijk uitgangspunt: voltooiing emancipatie | 13 | |
emancipatie en beroepsarbeid | 13 | |
beroepsarbeid en gezin | 15 | |
methodisch uitgangspunt: het rolconflict | 16 | |
hoofdstuk ii | terugblik op de emancipatiestrijd | 19 |
historisch-sociologische studies, ontbreken | 19 | |
- definities: emancipatie, feminisme, vrouwenbeweging | 20 | |
het emancipatieproces in het verleden | 21 | |
het feminisme in Nederland | 27 | |
- de vrouwenbeweging | 27 | |
- algemene resultaten van de emancipatiestrijd | 33 | |
- emancipatieresultaten m.b.t. beroepsarbeid | 34 | |
balans van het emancipatieproces | 40 | |
hoofdstuk iii | de huidige arbeidsverdeling | 43 |
structuur van het arbeidsbestel | 43 | |
samenstelling van de beroepsbevolking | 44 | |
arbeidsverdeling tussen mannen en vrouwen: | 50 | |
- naar bedrijfstak | 50 | |
- naar beroep | 50 | |
- naar intellectueel beroepsniveau | 51 | |
- naar hiërarchisch beroepsniveau | 54 | |
- naar verticale mobiliteit | 55 | |
- naar beroepsprestige | 56 | |
- naar inkomensniveau | 57 |
[pagina 6]
- naar arbeidszekerheid | 58 | |
conclusie | 59 | |
hoofdstuk iv | probleemstelling | 61 |
het begrip ‘sociale rol’ | 61 | |
- nadere definitie van het rolbegrip | 61 | |
- het begrip ‘rolconflict’ | 64 | |
- classificatie van rollen | 67 | |
arbeidsbestel en gezin: het rolconflict | 68 | |
- kenmerken van de arbeidsrol | 69 | |
- traditionele oplossingen voor het rolconflict | 70 | |
- andere oplossingen van het rolconflict | 76 | |
sociale controle en het rolconflict | 79 | |
hoofdstuk v | de bedrijven | 83 |
bedrijf en arbeidsbestel: rolvorming en roltoewijzing | 83 | |
- typologische methode | 84 | |
- beschikbare gegevens | 85 | |
toegankelijkheid van beroepen | 86 | |
- invloed van het arbeidstekort | 86 | |
- invloed van mechanisering en automatisering | 92 | |
- invloed van veranderingen in de organisatie van het produktieproces | 92 | |
- invloed van het gedrag van de enkeling | 94 | |
- conclusie | 95 | |
- gehuwde vrouwen laatste arbeidsreserve | 95 | |
- inschakeling gehuwde vrouwen revolutionaire gebeurtenis | 96 | |
- afwijkende arbeidstijden | 98 | |
- verlof en verzuim | 100 | |
- werving | 100 | |
- selectie | 101 | |
- niveau van het werk | 101 | |
- oordeel over gehuwde vrouw als arbeidskracht | 101 | |
- conclusie | 102 | |
vrouwen als ongeschoold arbeidspotentieel | 102 | |
- bezwaren van ongeschoolde machine-arbeid | 103 |
[pagina 7]
- werving | 104 | |
- concurrentie in de vraag naar arbeidskrachten? | 105 | |
- conclusie | 106 | |
mate van volledigheid van de vrouwelijke arbeidsrol | 106 | |
- loon | 107 | |
- secundaire arbeidsvoorwaarden | 110 | |
- carrièremogelijkheden | 111 | |
samenvatting | 114 | |
hoofdstuk vi | de vakbeweging | 119 |
vakbeweging en arbeidsbestel: verandering of handhaving structurele rolkenmerken | 119 | |
doelstellingen en resultaten m.b.t. de vrouwenarbeid | 120 | |
vrouwenarbeid geen prioriteit | 123 | |
- participatie van vrouwen in de vakbeweging | 123 | |
- historische achtergrond | 126 | |
- samenvatting | 132 | |
conclusie inzake de huidige houding van de vakcentrales | 133 | |
hoofdstuk vii | de overheid | 137 |
overheid en arbeidsbestel, een gecompliceerde relatie | 137 | |
- typologische methode | 138 | |
- de arbeidswet | 139 | |
- beëindiging van de arbeidsverhouding | 140 | |
- toegankelijkheid beroepen | 142 | |
- inkomstenbelasting | 142 | |
- loon | 143 | |
- secundaire arbeidsvoorwaarden | 144 | |
- voorzieningen t.b.v. arbeid buitenshuis door gehuwde vrouwen | 146 | |
typering van het overheidsbeleid | 147 | |
hoofdstuk viii | de arbeidsbemiddeling | 155 |
arbeidsbemiddeling en arbeidsbestel: bevordering uitwisseling van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt | 155 | |
- mogelijke vormen van confrontatie met het rolconflict | 156 |
[pagina 8]
- analyse inschrijvingenbestand over 1964 | 157 | |
- aspecten van de bemiddelingspraktijk | 162 | |
de vrouw in arbeidsmarktstatistieken | 165 | |
conclusie | 165 | |
hoofdstuk ix | het gezin I | 167 |
‘the family of procreation’ en het rolconflict | 167 | |
invloed van de economische situatie van het gezin | 167 | |
invloed van inhoud(sveranderingen) vrouwelijke gezinsrol | 168 | |
- verzorging van het huishouden | 168 | |
- verzorging en opvoeding van de kinderen | 171 | |
- huwelijkspartner zijn | 175 | |
invloed van de gezinsstructuur | 177 | |
conclusie | 180 | |
hoofdstuk x | beroepenvoorlichting en beroepskeuze-advisering | 183 |
voorlichting, advisering en het arbeidsbestel: socialisatie en rekrutering voor beroepsrollen | 183 | |
aard van voorlichting en advisering naar gelang sekse van belanghebbenden | 186 | |
- aspecten van de beroepenvoorlichting | 187 | |
- welke beroepen | 187 | |
- welke beroepsniveaus | 187 | |
- wijze van voorlichting i.v.m. de toekomstige gezinsrol | 188 | |
- aspecten van de beroepskeuze-advisering | 188 | |
- wijze van advisering i.v.m. de toekomstige gezinsrol | 188 | |
- sociaalculturele conditionering en testonderzoek | 190 | |
reikwijdte beroepenvoorlichting en beroepskeuze-advisering | 191 | |
- beroepenvoorlichting | 191 | |
- beroepskeuze-advisering | 194 | |
effect van beroepenvoorlichting en beroepskeuze-advisering | 195 | |
- beroepenvoorlichting | 195 | |
- beroepskeuze-advisering | 196 | |
conclusie | 197 |
[pagina 9]
hoofdstuk xi | het onderwijs | 201 |
a. algemene inleiding | 201 | |
onderwijs en arbeidsbestel: socialisatie en rekrutering | 201 | |
- maatschappelijke grondslag van het onderwijsbestel | 201 | |
- recente veranderingen in het onderwijs | 203 | |
overzicht van dit hoofdstuk | 204 | |
b. het algemeen voortgezet onderwijs (avo) | 205 | |
de wet op het voortgezet onderwijs | 205 | |
- de mms | 206 | |
- participatie in het avo | 207 | |
- rendement van het avo | 211 | |
- samenvatting | 215 | |
c. het nijverheidsonderwijs | 217 | |
geschiedenis van het no voor meisjes | 217 | |
de wet op het voortgezet onderwijs | 219 | |
- programma van het lhno | 220 | |
- het leerlingwezen | 222 | |
- structuur van het no voor meisjes | 222 | |
- samenvatting | 223 | |
participatie in en rendement van het no voor meisjes | 223 | |
het technisch en overig no | 224 | |
participatie in het technisch en overig no | 225 | |
het lhno geen beroepsopleiding | 225 | |
intelligentie en aanleg huishoudschoolleerlingen | 226 | |
functie voortgezette nijverheidsopleidingen | 227 | |
beroepsvorming van vrouwen economisch verantwoord? | 229 | |
belang van beroepsvorming voor het gezin | 229 | |
conclusie | 230 | |
d. overige beroepsopleidingen | 231 | |
ongrijpbare veelheid: hypothetische beschouwing | 231 | |
opleidingen ingesteld door beroepsbeoefenaars zelf | 232 | |
opleidingen ingesteld door werkgevers | 232 | |
opleidingen ingesteld door de overheid | 233 | |
opleidingen ingesteld door particulieren | 234 | |
e. het wetenschappelijk onderwijs | 235 | |
tweeslachtigheid der universitaire opleiding | 235 | |
- participatie in het wo | 237 |
[pagina 10]
- rendement van het wo | 237 | |
oorzaken verschil in rendement tussen mannen en vrouwen | 239 | |
conclusie | 244 | |
f. nabeschouwing | 246 | |
vo geen eenduidige werking t.a.v. het rolconflict | 246 | |
het avo | 246 | |
het beroepsonderwijs | 249 | |
hoofdstuk xii | het gezin II | 255 |
‘the family of orientation’ en het arbeidsbestel: meervoudige voorbereiding op beroepsrollen | 255 | |
opzet van dit hoofdstuk | 256 | |
schoolkeuze na het lo | 257 | |
keuze na voltooid vo | 262 | |
keuze na onvoltooid vo | 266 | |
zoeken ouders hulp bij keuze? | 266 | |
samenvatting | 266 | |
het bijbrengen van persoonseigenschappen van belang voor de vervulling van een beroepsrol | 269 | |
- de prescholaire fase | 269 | |
- de lagere school-periode | 270 | |
- de tiener-fase | 270 | |
- de werkende jeugd | 271 | |
slotbeschouwing | 274 | |
samenvatting | 274 | |
conclusies m.b.t het rolconflict | 276 | |
hoofdstuk xiii | de vrouwen zelf | 281 |
gecontroleerd en autonoom gedrag | 281 | |
vrouwenverenigingen | 282 | |
verenigingen naar doel en functie | 282 | |
conclusie | 285 | |
hoofdstuk xiv | poging tot synthese | 287 |
balans der controle-werkingen | 287 |
[pagina 11]
twee veranderingsmodellen | 287 | |
het gebruik van veranderingsmodellen | 289 | |
de opzet van dit hoofdstuk | 291 | |
de preferente toewijzing van ‘magere’ beroepsrollen aan vrouwen | 291 | |
ontoegankelijkheid van beroepsrollen voor vrouwen | 295 | |
onvolledigheid van de vrouwelijke arbeidsrol | 302 | |
afwijzing beroepsrol t.b.v. gezinsrol | 307 | |
slotbeschouwing | 312 | |
bijlage i | analyse van het bestand van het rijksarbeidsbureau over 1964 | 317 |
bijlage ii | overgangen binnen het voortgezet onderwijs 1961-1966 | 327 |
vertrek uit het ulo zonder diploma | 327 | |
vertrek uit het vhmo zonder diploma | 327 | |
vertrek uit het ulo met diploma | 328 | |
vertrek uit het vhmo met diploma | 328 | |
bijlage iii | deelneming aan het wetenschappelijk onderwijs | 331 |
sociaal milieu | 331 | |
studierichting | 331 | |
geografische herkomst | 332 | |
godsdienst | 332 | |
bijlage iv | overzicht van gegevens uit buitenlandse onderzoekingen t.a.v. sekse-onderscheid in socialisatie door het gezin | 337 |
prescholaire fase | 337 | |
lagere school-periode | 338 | |
de tiener-fase | 341 | |
noten | 345 |