Werk(1926)–Prosper Van Langendonck– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 122] [p. 122] Muziek en poëzie Laat de schelle tonen vlieten uit de zangerige keel en als vooglen henenschieten in hun wislend klankgespeel. Want dan reppen tong en veer en vrije liedren, lang versperd, vooglen die hun kop bezeeren aan de traliën van mijn hert. Laat de rijke klanken stroomen als een vloed in de avondpracht, waar de zwanen drijvend droomen in hun kuische vederdracht. Want dan vult een stroom van weelde tot den boorde 't ruim gemoed; lokkend glijden de oude beelden door den purpren avondgloed. Laat ze los, de volle akkoorden! 't Hart slaat mede in elken klop. Diepgedoken zielewoorden wekken ze uit hun doodslaap op. Levenbrengende openbaring; - stemmen-, hartenharmonie; - zang en weerzang, zoetste paring van muziek en poëzie! 9 Juli 1902 Vorige Volgende