Werk(1926)–Prosper Van Langendonck– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] Zie, eeuwig rustloos... Zie, eeuwig rustloos, als het golfgeklots, de zee der menschheid om de wereld varen, soms schijnbaar kalm, met gladde spiegelbaren, maar dra vervoerd in woedend stormgebots, Zij wentelt om zichzelf, in kalmen trots, en schijnt in eigen grootheid te bedaren, maar beukt, in zucht naar 't eindlooze opgevaren, weer 't dreunend strand, àl naar den wil des Lots. Wij zullen iedren slag van 't Noodlot weren; wij zijn de toekomst, 't heden en 't voorheen; laat de eeuwen immer wentlen, gaan en keeren: slechts wij bestaan op aarde en anders géén; en heel het leven zullen wij beheeren, want 't gaat uit ons en 't slaat in òns alleen. 1898 Vorige Volgende