Werk(1926)–Prosper Van Langendonck– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Naar 't wonderland En 't schoone omvatten in zijn reinste vormen, en altijd hooger, hooger willen streven.... Hoe droef te ontwaken op het land der wormen! L. Buyst. Naar 't wonderland der poëzie, daarheen uw rustloos zielestreven, waar bontgewiekte droomen zweven, vol kleur en lijn en melodie. Wanneer de sluimrende avond daalt vlot ginds uw geest in neevlig droomen en ziet er vreemde vormen doornen, door warmen schemerglans omstraald. Strakmijmrig blijven de oogen staren: het onbepaalde vormt een beeld, dat op het meer der droomen speelt als Venus op het schuim der baren. Bezieling beeft in 't scheppend stift; uit duisternis is licht geboren en heerlijk zal uw droombeeld gloren in 't blijvende metaal gegrift! [pagina 29] [p. 29] Wen koortsig dan uw oogen branden, het bloed, als vuur, door de aadren vloeit, de polsen zwellen, 't harte gloeit, de denkkracht rekt heur aardsche banden; en toch géén kleur, géén klank, géén woord uw denken, voelen, kan verkonden, en de onmacht bloedt uit duizend wonden en 't zinkend oog niet langer gloort; spreek nimmer, vriend: ‘Vergeefs dat gloeien voor 't schoone!’ Zwelg dien wanhoopskreet! 't Is logen! 't Heilig menschenzweet deed barre woestenijen bloeien... Zie daar ge stervend waant uw gloed en droog de milde levenswellen, - zie eindloos breed uw strofen zwellen... het is uw merg, het is uw bloed! 't Is wen, om 't zielloos werk verbitterd, 't geloof in eigen krachten faalt, dat soms in 't hoofd een bliksem straalt, die door den nacht der eeuwen schittert. 1888 Vorige Volgende