Werk(1926)–Prosper Van Langendonck– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] Ontwaking Zoo de koude winter het hart verkleumde, zoo er logge wolken den geest bezwaarden, dan, bij 't eerste lentegejuich, verscheurd de knellende banden! Naar het veld! Ginds baadt het in vollen zongloed: 't hart ontwaakt en zwelt er van lust; verrukkend zingt in 't hoofd een wonnige droom en lenigt knagende smarten. 't Water trilt wellustig bij 't windgefladder. Iedre knop wordt bloem; de hergroende wouden zwaaien zegepalmen en vlinders vonklen, - vliegende bloemen! 't Frisch geboomte jubelt van vogelzangen. - Geur en kleur en klank! - In het hart ook geurt de bloem der hoop: de vogel der vreugde klapwiekt zingend ten hemel! O natuur! o moeder! op uwen boezem wiegt gij liefdrijk uwe vermoeide kindren, schenkt hun leven weer en verkwikt hen aan uw krachtige borsten! 1887 Vorige Volgende