De wiskunstenaars of 't gevluchte juffertje
(1978)–Pieter Langendijk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 87]
| |
Twintigste tooneelEelhart, Filipyn, Waard, Raasbollius (op 't bed)
Filipyn
Ny zyn wy eindelyk ontslagen van die aapen.
Eelhart
675[regelnummer]
Hoe is het hospes, is myn rytuig klaar of niet?
Waard
ô Ja. Myn knecht blyft op, hy zal op uw gebiedGa naar voetnoot676
U aanstonds helpen: maar je moet een fooitje geeven.
Eelhart
Wat hebben we verteert?
Waard
‘Dat's vyf... en twee maakt zeven,
Neen, ja ... neen ... vyf en twee maakt zeven, niet goêliên?
680[regelnummer]
En tien maakt zeventien, en drie maakt twintig gulden.
Filipyn
Hier hangt de schaar uit.Ga naar voetnoot681
Eelhart
Ik moet dat voor deez' tyd dulden.
Daars 's acht ryksdaalders, en een gulden voor den knecht.
Waard
Ik dankje, heer, voor gôe betaaling, 't is zo recht.Ga naar voetnoot683
Ik gaa nâ bed. Gy zult wel uit het huis geraaken,
685[regelnummer]
'k Moet slaapen: want ik heb twee nachten moeten waaken,
Ik wensch myn' heeren en de juffers goeje reis.
|
|