De wiskunstenaars of 't gevluchte juffertje
(1978)–Pieter Langendijk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 55]
| |
Negende tooneelRaasbollius, Anzelmus, Eelhart, Filipyn Izabel, en Katryn (op 't bed)
Raasbollius (raazende en tierende tegen dokter Urinaal, die binnen is)
Gy zyt een botterik! wat zoudt gy disputeeren!
Gy zyt een ezel, slegs verçierd met dokters kleêren!
Deeze idioot beeldt zich al wond're zaaken in!
Maar 'k zwyg, ik weet niet wat ik met den zot begin.
Izabel (tegen Eelhart)
245[regelnummer]
‘Ja 't is myn neef, ik ken zyn stem, wy zyn verlooren!
Eelhart
‘Bedek u wel, ik moet zyn' zotterny eens hooren.
Raasbollius
Die lompe botmuil weet van alles niet een brui!Ga naar voetnoot247
Anzelmus
Foei! foei! 't is schande; wat! gy zyt geleerde lui,
Hou op met twisten, om een beuzeling.
Raasbollius
De starren!
250[regelnummer]
En zon en maan! zal hy zo onderéén verwarren,Ga naar voetnoot250
Dat alles wederom een Chaos worden zal!
Anzelmus
Zwyg stil kozyn, wy zien 't nu wel, de vent is mal.Ga naar voetnoot252
| |
[pagina 56]
| |
Raasbollius
Al die zo rezoneert behoort men op te sluiten!Ga naar voetnoot253
Die halfgeleerden doen meer quaad als duizend guiten!Ga naar voetnoot254
Anzelmus
255[regelnummer]
Maar 'k bid ...
Raasbollius
't Is kettery.
Anzelmus
Ai hoor.
Anzelmus
Hy 's gek.
Raasbollius
Een botmuil!
Anzelmus
Ja.
Raasbollius
Men hoorde in alle landen
Al die zo redeneert maar levendig te branden!
Anzelmus
Gewis.
Eelhart
Myn heer, gy schynt wat moeijelyk naar 'k zie.Ga naar voetnoot259
| |
[pagina 57]
| |
Raasbollius
260[regelnummer]
Myn heer, verstaat gy u ook op de Astronomie?Ga naar voetnoot260
Eelhart
Een weinig.
Raasbollius
Och myn heer! ik moet het u dan klaagen!
De heele waereld zal van deeze zaak nog waagen!
Ik ben thans in dispuut met dokter Urinaal,
Een ketter in de kunst, die nar voert hier een taal,
265[regelnummer]
Die onverdraaglyk is! en zo je ons niet kunt scheijen;
Mag al 't gestarnte, en zon en maan zich voort bereijenGa naar voetnoot266
Om heel een and're koers te loopen als voorheen!Ga naar voetnoot267
Eelhart
Wat zegt hy dan myn heer? het dunkt my ongemeen!Ga naar voetnoot268
Raasbollius
Myn braave heer. Wie kan 't verhaalen zonder beeven!
270[regelnummer]
Hy volgt Kopernikus, een vent die heeft geschreven
Dat de aardkloot zeilt, en draaijt, door kringen van de lucht.
|
|