De gedichten. Deel 3(1751)–Pieter Langendijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 448] [p. 448] Op het nieuw orgel in de kerk der Remonstrantente Amsterdam, dat in den beginne door de stramheid van het werk van zelf geluid gaf. 't Nieuw Orgel, om 't gehoor te streelen, In de Armiâansche kerk gezet, Begon van zelf vry luid te speelen, En dat in 't midden van 't gebed. Hoe wat is dit? vroeg een der heeren; Een ander antwoordd': houd u stil. Het volgt het grondstuk dat wy leeren: Dit Orgel heeft een vrye wil. Vorige Volgende