Don Quichot
(1973)–Pieter Langendijk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 186]
| |
Bijlage II1
O Glansryk Goud, dat alle glans verdooft,
Met regt word gy gelooft;
Die u niet heeft,
Die u niet heeft,
Is niet waardig dat hy leeft;
Geld en goed, geld en goed
Beheerschen elks gemoed.
2
't Geld voedt de min, en geeft aan d'echt zyn kragt,
De deugd word niet geagt;
Weg, weg, verstand
Weg....
Want het goud heeft de overhand;
Geld en goed....
3
Zie hier, zie hier, den ryksten boer van 't land.
Trouwt niet door zyn verstand,
Maar door het geld,
Maar....
De allerschoonste nimf van 't veld.
Geld en goed....
4
Geluk, geluk, ô ryk en deftig paar,Ga naar voetnoot+
Bemin en eer malkaar,
En slyt uw jeugd,
En....
In overvloed met vreugd;
Want het goed, want het goed
Heeft uw min gevoedt.
Deze tekst is weggelaten in de 3e druk, vgl. blz. 36.
couplet 4: deftig paar: zedig, verheven bruidspaar |
|