de ouwe Berrends op een ochtend stierf aan hartverlamming.
Frank moest zijn dure idealen opgeven.
Toen was daar opeens Jack Geerts, de dikgegeten enige zoon van een rijke bioscoopexploitant, die zei: ‘Kerel, jij bent net, wat ik hebben moet!’ En hij zette Berrends junior pardoes als directeur aan het hoofd van een splinternieuw, groot, wetenschappelijk schoonheidsinstituut. Daar zat hij nu. Hij moest zijn snor laten staan, om er ouder uit te zien.
Het leven nam de jongen op, en zette hem in een hoek neer, waarvan hij het bestaan nog nauwelijks vermoedde.
En vandaag is Frank heel vroeg gekomen, want hij wil de uitbundige felicitaties van de assistentjes ontgaan.
Hij zit stil in zijn privé laboratorium, en denkt: ‘Vijf jaar....’
Vandaag bestaat het ‘Bella Monica’ vijf jaar.
Geerts heeft er een reuze ophef van gemaakt, met het oog op de reclame.
Vijf wonderlijke jaren staan achter Frank, als gedrochtelijke spoken, machteloos dreigend met hun voorbijheid.
Hij is van zijn vak gaan houden. Maar vandaag is hij sentimenteel. Zijn ogen gaan door de bekende ruimte met potjes en flessen en retorten, en blijven rusten op een glazen vijzeltje met rose crême: de nieuwe rouge voor de danseres Maria Mora. En dan weet Frank opeens, waarom hij sentimenteel is.
Hij heeft zoveel mooie vrouwen gezien, en zoveel charmante meisjes leren kennen. Alles went.
Doch Maria Mora heeft iets in hem wakker gemaakt. Een romantische hartklopping is in zijn borst opgestaan en hamert voortdurend dezelfde naam. Die naam is zo vreemd mooi; Frank ontdekt er steeds weer een diepte in, waarin hij betoverd staart. En dan ziet hij zoveel.
Hij heeft zijn snor afgeschoren, een paar dagen geleden. Hij is nu ouder. Achtentwintig. Zonder snor lijkt hij weer drieëntwintig.
Zo voelt hij zich ook.