Open dichtwoord op de levensvreugde(1982)–Olaf J. de Landell– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] Het buurjongetje Ze heeft zo jolig met hem omgesprongen en kinderliedjes aan hem voorgezongen. Nu is hij groot. En daarom vraagt hij: ‘Hé, is ze dood?!’ Ja, ze is dood; en om haar lippen ligt de glimlach, die er was, toen hij haar voor het eerst zag. Hij is een kerel; en zij hoort er niet meer bij. (‘Jajajaja! Zeg, is dat plakje cake soms nog voor mij?’) Vorige Volgende