Open dichtwoord op de levensvreugde(1982)–Olaf J. de Landell– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Brugse kant Brugge, in zijn kant-gespin van reien, waartussen zich gotieke huizen vlijen, vlecht wijs geloof en stil begrijpen samen en kijkt naar u met vrome, oude ramen, die alles zagen, lang vóór u daar stondt. Uw voeten treden op bevruchte grond, waarboven middeleeuwse engelen waken. En spits als ijle kant staan daar de daken waaronder mensen wonen, net als u en ik - maar anders, door een wonderlijk beschik. Men hoort er lispelend Gods spoelen ruisen, als zij, in oud patroon, hun draden kruisen tot dunne sterren en buigende guirlanden. Straks blijkt het hart geboeid met deze banden - - Men kan zo ver niet weg van Brugge gaan, of aan de Hemel ziet ge deze sterren staan. - Voor Marcel, die de triptiek van Brugge voor mij openvouwde. Vorige Volgende