Open dichtwoord op de levensvreugde(1982)–Olaf J. de Landell– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Rennevoort, na twaalf jaar De akkers zijn verzaaid met blokken stad, de paadjes zijn tot straat volwassen. Waar zijn kamille, korenbloem en pluimegrassen? O, als dit oord zijn groene lijst nog had! De vriendelijke tijdruimte is begrensd: geen mens die mij nog goedenavond wenst. Een enkele hofstee zingt nog van Oost-West, en de pastoor wacht op het strikt gelovig nest, of niet een enkel kuiken weer wil leren hoe het met eigen zang zijn God kan eren. De mens heeft zich tot ondergang beijverd; de velden en de hoven zijn gesloopt. Wat heeft bewoners tot een stad genoopt? Ook hier is het bestaan totaal vernijverd. Het dorp lijkt me een wond, die stads-druis bloedt. En niemand, niemand, niemand die me groet. - Vorige Volgende