Open dichtwoord op de levensvreugde(1982)–Olaf J. de Landell– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] [Eenmaal zal ik de liefde wel ontmoeten.] Eenmaal zal ik de liefde wel ontmoeten. De liefde zal me vriendelijk begroeten, en na wat praten, kussen. (Op mijn wang.) Dat zal braaf zijn als een christelijk gezang, even braaf-afgemeten als ikzelf. God weet, wat voor diep zede-graf ik delf, als ik de leiding neem met één kus op de lippen. Daar past geen woord meer - enkel nog wat stippen. De liefde heeft ook armen en een lijf. Als ik de helling af suis - wie weet, waar ik blijf? Er zullen harten bonzen, hemels kraken. God zeegne mijn gestorven, bleek ontwaken!, de ochtend ook, die 'k zwijgend zal begroeten: de dag of 't leven ná dat ik liefde mocht ontmoeten. Vorige Volgende