[Woord vooraf]
Lamberts Hurrelbrinck (1856-1941) wordt wel een volgeling van Emile Seipgens genoemd. Heelemaal juist lijkt ons dit niet. Uit literair oogpunt beschouwd komt Seipgens ons belangrijker voor. Ook gaat Seipgens, geboren Limburger en van huis uit katholiek, vrijmoediger en dieper op den Zuidelijken volksaard in. Lamberts Hurrelbrinck, ofschoon een uitnemend kenner der streek, heeft als andersdenkende en elders, in Nederl. Indië geboren, steeds de dingen iets van den aangenamen en sympathieken buitenkant bezien. Het anti-clericalisme van zijn leermeester en vriend, die oudseminarist was, bleef hem vreemd; hij wist veel gemakkelijker te waardeeren. Wellicht vermeed hij, als hoffelijk man van de wereld, netelige dingen aan te roeren.
Hij bleef intusschen niet blind voor de fouten van ons impulsieve Limburgsche volk. Hij wist deze evenwel steeds, in al hun ruwheid en teugelloosheid, te herscheppen op forsche, mannelijke wijze. Dit sterke en vitale kleuren zijn stijl, soms te sterk. Hij, naar den leeftijd een tachtiger, grijpt dan terug naar de uitdrukkingsmiddelen van een Conscience, waardoor een soms wonderlijk mengsel van romantische woordkunst ontstaat. Hurrelbrinck heeft bij zijn leven de hem toekomende waardeering eigenlijk niet verworven. Wel kende hij een zekere eigenaardige populariteit; hij was, in de leenbibliotheken van twintig, dertig jaren geleden een gaarne gelezen auteur, zoozeer, dat zijn publiek wel als ‘Hurrelbrinckjes’ getypeerd werd. De moderne tijd, met zijn toenemende waardeering voor het eigene van streek en landvolk, bracht hem weer nader tot ons. Zijn boeken waren evenwel grootendeels uitverkocht. Daarom viel, voor herdruk, onze keuze op dit werk, dat Hurrelbrinck in zijn bijzondere kwaliteiten leert kennen en ook een goede idee geeft van landelijk leven in Limburg in de vorige eeuw.
De Uitgever.