gordyn opschuivende, met de palmtak aan zijn voeten, toond, dat hy, zijnde de broeder van Kupido, de lust tot de konst beteekend: om deeze palmtak zeggen de Poëten, dat hy lange met zijn broeder getwist, en eindelyk dezelve hem uit de handen gerukt hadde.
Hy oopend het donkere gordijn, betoonende alzo dat de liefde tot de konst, de Chaos der duisternis en verwarringe weg neemd, waar door de straalen van licht en klaarheid, de Natuur verlichten en aangenaamer maaken.
De Lauwrierkrans, mantel en fakkel, beduyden zynen yver en branden de liefde tot de konst, welke eindelyk ter volmaaktheid gekoomen zijnde, tot haar eeuwigduurende loon, met Laurieren gekroond werd.
Historia en Poëzy, in nissen, ter regter en linker zyde der poort staande, geeven te kermen, dat zy de voornaamste hulpmiddelen zijn aan de konst, om haar ryke gedachten en bekwaame stoffe tot oeffeninge te verschaffen, en dezelve sierlyk op te tooyen.
Het borstbeeld van Pallas, vertoond de Godinne der Wysheid, als bevorderaarster deezer konst; en het wit marmor, om de zuiverheid haarer kennisse meede te deelen.
De Sfinx, onder in de plint uytgehouwen, geeft te kennen, dat dit wyze wangedrocht, het welke zeer duistere raadzelen uitgaf, en dien verstond die dezelve niet oplosten; gelyk de konst mééde doed, den geenen die niet tot haar geheimen indringen, dezelve in den poel der onweetenheid jammerlyk smooren en omkoomen laatende.
Het tweede vertrek met duister graauwe stof bekleed, word hier vertoond, om den verdere inhoud des zaals, ons met meerder luister ende helderheid te doen voortkoomen.
De Schilderyen met Beelden, Gebouwen, Landschappen, Konterfytzels, Zeën, Beesten, Bloemen, vruchten, stilleevens enz, zyn de uitwerkzels deezer konst. Dat dezelve in ronde lysten hangen, verwekt onze aandacht, om een nette en wel afgedeelde schikking, zo in 't waarneemen der teegenstreevige veranderingen van de gestalten der Bouwkonst, midsgaaders het plaatzen der Schilderyen, de zinnen der aanschouwers met bevalligheid te streelen: geevende daar by ook verder te kennen, dat de rondigheid, het oneindige beteekend, en den roem der naavolgers deezer konst, in haar byzondere neigingen en verkiezingen, met een bestendige en onsterffelyken lof en eer, gedraagen word op de wieken van de overal vliegende en verkondigende Faam, welke hen in de volgende eeuwen komt te kroonen.
De opgerechte Piramide in 't verschiet, word hier ook, gelyk by de oude Egiptenaaren gebruikelyk was, tot een teeken van treffelyke en helddaadige stervelingen, ter eeuwiger gedachtenisse geplaatst, met dit opschrift, AEternae memoriae sacra: Dat is, Dit zy der eeuwiger gedachtenisse toegeweid.