Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend
[pagina 626]
| |
Valerius, Jan de Brune, A. van der Venne en Juffrou Johanna Coomans, huysvrouwe van Johan van der Meerschen, rentmeester der Staten. Rechtzinnige dichters met godsdienstige en stichtelijke poëzie, behalve Beaumont en Van der Myle. Men vindt er b.v. lofdichten op de Balsem Gileads voor Zions Wonde van Ds. Teellinck. Maar er is ook amoureuze poëzie in, zoals de Zeeusche Mey-Clacht van Van der Venne. Bij de Zeeuwse dichters is meer leerzaamheid en eerbaarheid dan kunst en schoonheid. Het ‘dryderley gesang’ was 1o Minnesang, o.a. 16 sonnetten van S. v. Beaumont; 2o Seden-sang en 3o Hemel-sang. Hoofdman was Jacob Cats. Achter de Zeeusche Nachtegael volgt het Tafereel van Sinne-Mal van Adriaan v.d. Venne, die het werk met 8 kopergravures versierde. |
|