Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Jacob Zeeus]Zeeus, Jacob -, 1686-1718, de dichterlijke notaris en landmeter van Zevenbergen. Door Pieter Nuyts, zijn leermeester in de dichtkunst, kwam hij in aanraking met N.V.A. en met Poot. zie Poëtenoorlog. Hij komt op tegen de naäperij van alles wat Frans is. In 1711 maakte hij naam met zijn hekeldicht De Wolf in het schaepsvel, gericht tegen de orthodoxe predikanten, die Balthazar Bekker vervolgd hadden, en gericht tegen het geloof aan heksen en spoken. Verder schreef hij herderszangen en bijschriften bij zinnebeelden. De eerste dichter der Verlichting. Zijn beste werk zijn de hekeldichten, ‘berispdichten’ noemde hij ze zelf. Behalve De Wolf ook o.a. De ongeblankette werelt, een hekeling van bedorven zeden, gierigheid, hoogmoed; naamloos verschenen. Poot gaf het 1e deel van zijn gedichten uit; Willis bezorgde de Overgebleve Gedichten met een levensbeschrijving; Joan de Haes dichtte een rouwzang. zie Willis. Zeeus maakte een grafschrift op Buysero, waaruit blijkt dat deze liederlijk aan de drank geraakt was. |
|