[Thomas a Kempis]
Thomas a Kempis, d.i. uit Kempen (in de Rijnprovincie), 1379-1471, de vertegenwoordiger bij uitstek van de Moderne Devotie, de schrijver van de L. Imitatio Christi (de Navolging van Christus), beroemd over de wereld. Weldra overgebracht in de volkstaal, heeft het boekje ook op het volk een grote invloed geoefend.
Zijn burgerlijke naam was Thomas Hemerken. Hij trok in 1391 naar Deventer, waar hij door Floris Radewijns onder dak gebracht werd bij Zwedera van Runen. Hij bleef er 7 jaar en ging toen naar het klooster op de Agnietenberg bij Zwolle, waar hij, afkerig van de wereld, 70 jaar leefde en rust vond ‘in een hoeckske met een boeckske’. Daar ontstonden zijn L. verhandelingen en zijn Sermones (preken): al het aardse is een kwelling voor de mens, die gaarne van alle zonden ontslagen wil zijn. Daar schreef hij de Imitatio, die inkeer tot zich zelf predikt, ontleding van eigen zieleleven, verlangen naar God en naar Jezus. Hij put zijn voorbeelden uit de Bijbel en de Kerkvaders en de klassieke en mystieke schrijvers; van het dagelijks leven van zijn eigen tijd is er in de Imitatio zeer weinig te vinden. Het is een verzameling goede punten, behartenswaardige wenken. Voor het beschouwelijke kloosterleven stelde Thomas twee Dietse traktaten op: Cleyn Alphabet en Een merkelike Leringe. De Imitatio is in alle talen der wereld overgebracht; in 't Ned. ook van 't begin af. In 1844 de vertaling van Hasebroek. Moderne van R.J.P.M. Bouman, 1904; F. Erens, 1907; Willem Kloos, 1908; Is. v. Dijk, 1909; Pater Heesterbeek, 1946; B. Wielinga.
O.A. Spitzen schreef een studie Thomas à Kempis als schrijver van de ‘Navolging’ gehandhaafd.
In 1929 verscheen Op zoek naar den oudsten tekst en den waren schrijver door Jac v. Ginneken; deze houdt Geert Grote voor de opsteller. Daartegen kwam P. Hagen op in zijn Untersuchungen, 1935.
Over Thomas handelde ook B. Bahring, die hem plaatste in de lijst van zijn tijdgenoten, 1866.