[Thomas van Cantimpré]
Thomas van Cantimpré, 1201-'72, geb. te Sint-Pieters-Leeuw ten Z. v. Brussel; kloosterling, prior van Cantimpré bij Kamerijk, daarna te Leuven. Schreef het Bienboec (Bijenboek), een zedekundige gelijkenis; 1258-'61. Stelde in het L. met Jacob van Vitry de Levens op van Maria van Oignies (1177-1213), Christina van Sint-Truyen (1150-1224), Margareta van Yperen (1216-'37) en Lutgart van Tongeren (1182-1246); hierin het beeld van de mystiek, de extase en de minne der 13e eeuw.
Zijn groot werk De naturis rerum, 1244, werd door Maerlant bewerkt als Der Naturen Bloeme. Ook Thomas van Bellingen. Hij zag een kruis aan de hemel van 8 cubitus (voet) lang, voordat in 1426 Lodewijk de Heilige ter kruisvaart trok.