Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid

[Socialistische letterkunde]

Socialistische letterkunde:

1. Liederen. Zangbundeltjes tussen 1880 en '90; Van Zinderen Bakker, Dirk en Pieter Jelles Troelstra; Hermans.

2. Spot: Hermans.

3. Tendenz-werken: Cornelie Huygens, Barthold Meryan.

4. Drama: Heijermans; zie daar. Inte Onstman. Naar het huis.

5. Roman: Heijermans, Diamantstad. Querido, Levensgang, Menschenwee. Aug. v. Groeningen, Een nest menschen. Martha. de Bruin.

Henri Hartog, Sjofelen. Verder: A.M. de Jong, Alb. Helman, M. Dekker, Jef Last; Den Doolaard.

6. Lyrische poëzie. Gorter, Mw. Roland Holst, Adama van Scheltema, Bonn, V. Collem, Margot en Marie Vos, Frederik van Eeden, Garmt Stuiveling, Van Iependaal, Freek van Leeuwen.

7. Kritiek. Mw. Roland Holst, Socialisme en Litteratuur. Adama v. Scheltema, Grondslagen.

8. ‘De apotheose van een nieuwe bevrijde mensheid’: Mw. Roland Holst; De Kleine Johannes van Van Eeden; Pan van Gorter.

9. De schrijvers van Links richten: A. Boolemans, K. de Dood, K. van der Geest, S. Goudsmit, J. van Hattum, W. van Iependaal, Jan W. Jacobs, J. Last, Freek van Leeuwen, N. Rost, J. van der Ster, G. Vanter, Th. de Vries, M. Dekker.

De socialistische dichtkunst van Adama van Scheltema nagevolgd door A. v. Collem, S. Bonn, Margot en Marie Vos en in de Liederen van den Arbeid van Martien Beversluis.