Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Herman Heijermans Jr.]Heijermans Jr., Herman -, 1864-1924, schrijver van twee realistische Amsterdamse romans: Diamantstad, 1904, en Kamertjeszonde, 1897, welke verschenen onder ps. Koos Habbema. Kon eerst geen uitgever vinden; bij de 7e druk in 1906 sprak de schrijver zijn ‘rustige minachting’ uit over het Hollandse publiek. Heijermans werd bekend door zijn schetsen in Het Handelsblad onder ps. Samuel Falkland, doch bovenal door zijn toneelwerk, dat maatschappelijke toestanden behandelt: Ghetto, 1898; Ora et Labora, spel van het land, 1902; Schakels, 1903; De Opgaande Zon, spel van de middenstand; Glück auf! geschreven naar aanleiding van de gruwelijke ramp in de mijn Radbod in Westfalen, 1908; De Meid, komedie van haat. Doch vooral door Op Hoop van Zegen, 1900, het spel van de zee. zie Dora Cremer. Tot Heijermans' laatste werk behoren twee romans, met liefde voor het kind geschreven: Droomkoninkje, 1924 en Vuurvlindertje, onvoltooid gebleven. Uit zijn Berlijnse tijd de roman Duczika, een stuk uit het leven in de kunstenaarswereld van de grote stad. Zijn toneelspel De Vliegende Hollander, in 1920, werd ondanks zijn goede eigenschappen uitgefloten. Diamantstad en ander werk waren eerst verschenen in Heijermans' tijdschrift De Jonge Gids, 1897-1901. Zijn allereerste ‘schets’ Trinette, 1893, had hij opgedragen aan Van Eeden. Over hemzelf Heijermans-herinneringen van Frans Hulleman, 1924. Zijn vrouw schreef Met Heijermans in hemel en put, 1927. Henri Dekking en Frans Mijnssen verzamelden een bloemlezing uit de 18 bundels Schetsen van Falkland. Bij zijn dood bleef ondanks al zijn inspanning het gezin in ellende achter, doch de vereerders van de kunstenaar stichtten een fonds van ƒ70.000. |
|