dochter Dina, enz. Ook de Borchgravinne van Vergy is in Potters werk opgenomen. Hij stelt het huwelijk boven het ongetrouwde leven; overal houdt hij de eer hoog. Daarom is zijn tweede boek over de goede, reine minne verreweg het grootst. Meegevoel voor hartstocht ontbreekt: de liefde van Medea, Dido, Helena is ‘gecke minne’;
Minne sal sijn te maten heet,
Te maten cout ende wail ghesmeet....
Vrou Mate is een edel vorstinne.
Maar ook:
Al had een alder werlt wensch
Ende had hi gheen ghenoecht van vrouwen,
Soe waert een huus ghemaect van rouwen.
Sonder vrouwen en is gheen vreuchd.
Het werk is in 2 afschriften bewaard; het werd uitgegeven door P. Leendertz, 1845-'47.
In zijn ouderdom schreef Dirc Potter Blome der Doechden; daaruit blijkt, dat hij berouw had over de lichtzinnigheid van zijn jeugd, en dat hij zijn misdrijf wilde boeten met een nieuw en beter boek. Deze Bloem der Deugden is samengesteld uit de Bijbel, Aristoteles, Seneca en de Kerkvaders. Elk hoofdstuk behandelt een deugd èn een ondeugd. Is Der Minnen Loep in verzen, de Blome der Doechden is in proza opgesteld.
Hoewel Potter meer dan een jaar in Italië is geweest, is er geen spoor aanwezig van kennismaking met Dante, Petrarca of Boccaccio. Chaucer, de Engelse verteller, is er ook een jaar geweest; die bracht de hss. mee van de grote nieuwe Italiaanse schrijvers. Potter putte zijn stof uit Ovidius' Heldinnenbrieven en Metamorphosen, uit de eerste 14, uit de laatste 9 exempelen. Ook kende hij de boerden en sproken.