Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Limburg]Limburg, treedt van alle gewesten het eerst op in de gesch. v.d. Ned. letteren; zie Oudnederlandse psalmen, Heinric van Veldeke en Limburgse Sermoenen. Daarna pas weer Dautzenberg en Ecrevisse, M. Smits, 1830-'85, dichter; A.M.H. Ruyten, 1855-1908, vertaler. Bekend werden in de tweede helft der 19e eeuw: Majoor Perelaer, G.D. Franquinet, Emile Seipgens, Mr. L.H.J. Lamberts Hurrelbrink. Dan Mr. Frans Erens en zijn broer Emile, schrijver van heiligenlevens en novellen. Uit de 20ste eeuw: H.H.J. Maas; Alphonse Laudry met zijn bijbelspel De Paradijsvloek, 1916, meer dan 100 maal opgevoerd; Marie Koenen, Felix Rutten, Hilarion Thans, Pierre en Matthias Kemp, Jacq. Schreurs, Aug. Defresne; Dr. H. Knippenberg, proza; Robert Franquinet, dichter. In 1941 tentoonstelling; gids met een inleiding van F.P. Huygens en M. Kemp. P.C. Boeren gaf in 1946 Van Maas tot Schelde uit, Limburgse en Brabantse gedichten van 1925-'44. |
|