[Kluchtigh-T'Samengesang van dry personagiën]
Kluchtigh-T'Samengesang van dry personagiën, gedicht van Starter; van Krelis Joosten, een half-backen Vrijer, Lijsjen Flepkous, sijn Vrijster en Griet Kaeks, de waerdinne. Met het motto:
Tracht niet arghlistelijck
een Maeghd van 't pad der eeren
Te leyden door den dronck,
wilt ghy haer min begeeren.
Het was dus een stuk met zedelijke strekking, doch zeer verheffend is het niet geworden. Het was de eerste ‘singhende klucht’ in onze letteren, het begin der operette; navolging der Engelse jigs. Starter was dus al vóór Krul begonnen met zangspelen.