Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[In Liefde Bloeiende]In Liefde Bloeiende, het devies van de Amsterdamse Kamer van Rethorycke ‘De Eglantier.’ Uit de 16e eeuw zijn zinnespelen over: Menschelijcke Broosheit 1551 en Van Moortdadigh werk en manhatighe tanden uit dezelfde tijd, een toneelvertoning van de oorlog. Kwam tot grote bloei in het eind der 16e en in 't begin der 17e eeuw: De Oude Kamer, naast de nieuwe Brabantse 't Wit Lavendel. Een van de grootste verdiensten der Kamer is de zorg voor taalzuivering en taalopbouw, zo hoog nodig in die dagen, toen het Hollands krioelde van basterdwoorden. Spieghel schreef met medewerking van Coornhert en Roemer Visscher vier werken over de nieuwe taalbeginselen: 1o Twespraeck van de Nederduytsche Letterkunst; zie daar; 2o Ruyghbewerp van de Redenkaveling, d.i. schets van de redeneerkunde; 3o Kort begrip des redenkavelings, in slechte rijm (eenvoudig berijmd); 4o Rederijckkunst, in rijm op 't kortst vervat, een handleiding voor dichters; 1587; naar Cicero. Samen onder de titel Kort Begrip, leerende recht Duidts spreken. Het tweede boek was opgedragen aan de ‘Hóófden des Hóghen Schóóls van Leyden’ met verzoek tot behartiging van ‘onse moederstale’, maar de deftigheid hield zich aan 't geleerde Latijn. Leden waren in 1581 vijf burgemeesters en acht schepenen; later Reael, Reynst, Rendorp; dan Samuel Coster, Bredero en Hooft, Albert van der Burch, Hendrik de Keyser en Theodore Rodenburg. Met de Brabantse Kamer, 't Wit Lavendel, was de verhouding goed, maar er kwam scheuring in de Oude Kamer zelf. Deze leidde tot de stichting van Costers Nederduytsche Academie. Eerst in 1635 smolten Eglantier en Academie ineen. Toen Rodenburg in 1619 vertrokken was, nam Jan Hermansz. Krul de leiding. Zijn blijspel Diane werd 1623 opgevoerd. Maar hij kon de achteruitgang niet tegenhouden; in 1635 kwam de verenigde Amsterdamsche Kamer. In 1602 kwam het liedeboek Den Nieuwen Lusthof, in 1610 Den Bloemhof, in 1615 Apollo. Mw. E. Ellerbroek-Fortuin gaf in 1937 uit Amsterd. Rederijkersspelen in de 16e eeuw. |
|