Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[burleske poëzie]burleske poëzie, plat-boertige verzen met koddigheid in plaats van geestigheid; werd een letterkundig genre in de 2e helft der 17e eeuw, op voorbeeld van Scarron in Frankrijk. zie Focquenbroch, Van Overbeke, Beronicius, die pathos en ernst in tegenstelling brengen met hun opzettelijke platheid. Verder Dr. Salomon van Rusting en Dirk Schelte, Jan Pook, Jan van Gysen, Jan Goeree, Robert Hennebo en de prozaschrijver Jakob Campo Weyerman, allen uit de eerste helft der 18e eeuw. |
|