Smeren,
in de betekenis van omkopen. m. gaat in een noot bij Over Specialiteiten in op het mogelijk gebrek aan integriteit, zowel bij de kiezers als bij de ‘gekozenen’. Wie verzekert ons, vraagt hij zich af, ‘dat de producten der stembus en de voten in de Kamer niet betaald worden door 't Buitenland?’. In een staatsstuk uit de tijd van De Witt had hij namelijk de mededeling gevonden dat het wenselijk was dat degenen met invloed op het Engels parlement ‘gesmeerd’ werden:
‘Meent men nu in de wys waarop ten onzent wordt uitgemaakt wie waardig is de Natie te vertegenwoordigen, verzekerd te zyn tegen 't gevaar dat onze hollandse... heren, zich “smeren” laten zodra 'n vyand of mededinger daarin z'n belang ziet? Wie zegt ons of de afstand der kust van Guinee, in ruil waarvan ons de noodlottige oorlog met Atjeh op den hals werd geworpen, geen gevolg is van zodanige smeermanoeuvre? Volgens de tegenwoordige regeringsmethode zyn we geheel à la merci van de eerste de beste mogendheid die 'n ton of wat aan 't omkopen van 'n paar Kamerleden besteden wil. Voor 'n kwart miljoen mark levert Bismarck ons 'n “geacht lid” die by voorkomende gelegenheid voor annexatie met Duitsland stemt. Leden die zich tevreden houden met den slechten staat van leger en marine kan-i goedkoper krygen, en byna te geef.’ (vw v, p. 674)