Offel, Joh. Hendrik van-,
geb. 1844 te Antwerpen, letterzetter, dichter en toneelschrijver. In 1865 werd hij souffleur bij toneeldirecteur Victor Driessens van Antwerpen. In 1872 verscheen zijn dichtbundel Vrije zangen, met daarin het gedicht ‘Het Kanailje’. Samen met R.J. Pellissier schreef hij het toneelstuk ‘Burgeres Roland, Historisch drama in 7 tafereelen en een voorspel’, dat 1876 in druk, getiteld Mevrouw Roland en de Girondijnen, verscheen.
Uit een brief van m. aan Van Offel d.d. 20 juni 1876 blijkt dat deze bovengenoemd toneelstuk aan m. had gestuurd. m. schrijft dat hij het nog niet gelezen heeft; hij hoopt dat hij het zal waarderen: ‘Het doet me leed, innig leed als ik afkeuren en berispen moet. Ik heb grooter neiging tot onverdiend pryzen dan tot laken uit jalousie de métier’. Maar:
‘de titel, en de physionomie by 't doorbladeren (onopengesneden nog) bevalt me niet! Daaruit waait me een fransche geur te gemoet, en wel uit de periode toen Alexandre Dumas z'n Théâtre Historique opzette! Ik vrees, beste kerel, dat ge U hebt laten inspireeren door werken uit die dagen. Let wel, dat ik slechts vrees. Dit is geen oordeel!’
m. noemt verder Van Offels ‘liedekens’ ‘aardig, liefelyk, vry, 'n beetje “ondeugend”’, maar waarschuwt hem tegen ‘misbruik van uw hoofdtoon, tegen prostitutie van idylliteit’ en raadt hem aan ‘wat spaarzamer met diminutieven’ om te springen (vw xviii, p. 381-383).
Hij schrijft P.A. Tiele niet de moed te bezitten ‘den schryver (die zich zéér veel van z'n werk voorstelt!) harde waarheden te zeggen’ (wsch. 8 juli 1876, vw xviii, p. 402).