Multatuli Encyclopedie

Lindo, Mark Prager-,

Londen 1819 - 's-Gravenhage 1877, Nederlands letterkundige, promoveerde in de letterkunde, waarna hij achtereenvolgens leraar aan het gymnasium te Amsterdam, hoogleraar aan de militaire academie te Breda en inspecteur van het lager onderwijs werd. Onder het ps. ‘de oude Heer Smits’ publiceerde hij sedert 1851 in de Arnhemsche Courant zijn ‘Brieven en ontboezemingen’, die in 1853 in boekvorm werden uitgegeven (5 dln.). Verder schreef hij verscheidene romans en vertaalde hij diverse werken uit het Engels. In 1856 richtte hij met zijn vriend Lodewijk Mulder de Nederlandsche Spectator van den ouden heer Smits op, die hij tot 1860 bijna geheel alleen vulde. In 1860 was hij één van de oprichters van *De Nederlandsche Spectator. In laatstgenoemd tijdschrift publiceerde hij onder het ps. ‘Den ouden heer Smits’ in 1865 een recensie van m.'s De Bruid daarboven.

In een aantekening bij Pruisen en Nederland schrijft m. dat de critici ‘behalve misschien Lindo’ enkele fouten in het toneelstuk hadden aangewezen, maar niet hadden ingezien dat het hele stuk niet deugde (vw iv, p. 97). In een brief aan C. Vosmaer d.d. 14 oktober 1873 merkt hij over Lindo's recensie op dat het ‘zeer ware doch misschien onjuiste aanmerkingen’ bevat (vw xvi, p. 243).

Op 22 maart 1877 vermeldt Mimi in haar dagboek dat Lindo onlangs is overleden. Zij herinnert zich een gesprek met m. over hem, waarin m. (die Lindo tijdens een bijeenkomst van De Nederlandsche Spectator in 1860 had ontmoet) over hem had gezegd:

‘Ik houd hem voor een flikflooier die zich heeft weten intedringen by fatsoenlyke lui. Dat-i in Bonn gestudeerd zou hebben geloof ik niet; er staat ook nergens wàt. Misschien is hy ingeschreven geweest als student.’ (vw xviii, p. 652)