Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 217]
| |
IIbsen, Henrik-,1828-1906, Noors (toneel-)schrijver van o.a. Nora (1879), Spoken (1881), Brand (1866) en Rosmersholm (1886). Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van *J.M. Haspels werd Ibsens Een vijand des volks (En Folkefiende, 1882) in 1884 opgevoerd door het Nederlandsche Toneel. m. vernam dit van mevr. De Haas-Hanau, die hem een recensie van de opvoering uit de nrc stuurde. Op 9 februari 1884 schrijft hij haar een brief terug, waarin hij Ibsen bekritiseert die volgens hem niet in staat is de (geëngageerde) inhoud van zijn stukken de juiste vorm te geven: ‘Hy schynt niet genoeg kunstenaar van beroep te zyn om z'n indrukken te onderwerpen aan kunstregels.’. Hij vervolgt: ‘Dit is dan ook voor iemand die beheerscht wordt door indrukken van ànderen aard dan Kunst-leverantie, zeer pynlyk. Toch is 't zoodra men als zoodanig optreedt, de eisch naar volmaaktheid als artist te streven. 't Staat ieder vry, niet op de koord te dansen, maar wie zich voor akrobaat uitgeeft, moet zich onderwerpen aan de wet van 't evenwicht.’ De verontwaardiging van Ibsen over ‘den verrotten toestand der maatschappy’ en zijn streven om hierin middels het toneel verbeteringen aan te brengen, komt m. sympathiek voor (vw xxiii, p. 82). In een brief aan J.M. Haspels d.d. 15 februari 1884 schrijft hij: ‘Ik denk dus alles goeds van Ibsen als persoon, maar vrees (of denk) dat het stadium waarin hy verkeert, niet meer 't myne is. “Niet meer” zeg ik. Want hy schynt nog te meenen dat het tentoonstellen van de maatschappy iets baat. Och, dit meende ik vroeger ook! Over 20 jaar zal Ibsen de vruchteloosheid zyner pogingen inzien (...) Z'n ergste vyanden, of liever de taaiste tegenstanders van z'n zaak zyn de toejuichers, de mooivinders! Myn innige overtuiging is dat er slechts één praktisch wapen is, het heet geweld.’ (vw xxiii, p. 92-93) |
|