Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdHysterie,psychisch ziektebeeld dat aanvankelijk in verband gebracht werd met het psychoseksuele leven, met name bij vrouwen. In Idee 199-210 gaat m. in op de opvoeding van meisjes, die volgens hem ‘'n moorddadige opstand tegen 't goede’ is: meisjes worden zeden en deugd bijgebracht die tegen de natuur indruisen. Deze opvoeding leidt tot hysterie (een ‘minotaurus onzer zeden’) omdat de natuur zich niet laat weerhouden. In Idee 201 vervolgt hij: ‘Juist: Minotaurus! 't Is een veelslachtig wezen met 'n muil als een statenbybel, en een reusachtige breikous tot achterlyf dat uitloopt in een borduurnaald. En de naam van 't monster is: hysterie! Het eet meisjes, meisjes, altyd meisjes... En als er een Theseus komt, die 't lelyk dier op den kop slaat, noemt ge dien Theseus een slechte kerel. Ouders die uw kinderen liefhebt, moogt gy de bondgenoten zyn van 't beest? (...) Ik zeg u dat 'k stryden zal tegen den minotaurus, met of zonder uw hulp...dat is nu myn zedelykheid.’ (vw ii, p. 415) | |
[pagina 215]
| |
In de Woutergeschiedenis noemt m. Femke hysterisch, waarna hij uitlegt hoe dit woord op te vatten. Hysterie is namelijk vaak ‘misbruikt, en naar 't standpunt van den spreker verwrongen, dat het byna ongeschikt geworden is tot gebruik in gezonden zin’: ‘Ik heb mee te delen dat Femke hysterisch was. Hoe moet ik 't nu aanleggen om te voorkomen dat men zich haar voorstelle als 'n smachtende bleke teringachtige gemankeerd-belangwekkende lyderes? Als 'n wurmstekige bloemknop, vóór 't ontluiken verlept? Dit was ze niet! Ze was 'n flinke meid, naar lichaam en ziel gezond, en gereed om alles te worden wat 'n mens, in den besten zin des woords, worden kan. Ze was hysterisch, ja, maar ze was dit niet méér en niet ánders dan ze in harmonie met haar ouderdom wezen moest. Ze smachtte niet naar wellust - en zelfs ze dacht er niet aan! - maar in allergezondsten zin oefende de onbewust ontwakende geslachtsdrift invloed uit op haar zedelyk gevoel. (...) Ze was hysterisch omdat ze compleet was. Kan ik 't helpen dat men er aan gewoon geraakt is, dit woord byna altyd te horen gebruiken in den zin van overcompleet?’ (Idee 1068, vw vi, p. 712-713) Ook aan Wouter ontbreekt het ‘hysterisch element’ niet, want: ‘wie 't weglaat by mens-schilderen of geschiedschryven, is 'n knoeier of 'n huichelaar, d.i. beide tegelyk’ (Idee 119, vw vii, p. 91). *krankzinnigheid |
|