Harthoorn, S.E.-,
zendeling op Java, nam ontslag toen hij zich niet langer kon verenigen met de werkwijze van het zendelinggenootschap. In 1863 schreef hij De Evangelische Zending en Oost-Java, waarin hij zijn handelwijze verdedigde. Dit geschrift werd door C. Busken Huet in De Gids van 1864 (i, p. 132) beoordeeld. Hierin schrijft Busken Huet: ‘Het is in zekeren zin een Max Havelaar op missionair gebied.’, vanwege ‘sommige litterarische elementen’. Over m. schrijft hij hierin: ‘De heer Douwes Dekker is voor de vaderlandsche letteren eene teleurstelling geweest. Op zijn schitterend vuurwerk is een dikke duisternis gevolgd.’.