Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdGagern, Friedrich, freiherr von-,1794-1848, Nederlands generaal, die deelnam aan de Tiendaagse Veldtocht in 1831. Van 1844 tot 1847 werd hij op ‘buitengewone zending’ naar Nederlands-Indië gezonden, waar hij belast werd met het onderzoeken van de legertoestanden aldaar. In 1848 werd hij bevelhebber van de regering in Baden en vocht hij tegen de radicalen onder aanvoering van Friedrich Hecker. Bij deze strijd sneuvelde hij. m. heeft goede herinneringen aan Von Gagern. In Nog eens: Vrye Arbeid schrijft hij bijv.: ‘La Place [*LaPlace] vond het zeer onbehoorlyk dat de Sultan van Mandoera zyn blote voeten met de hand aanraakte. Maar daarentegen was er eens in 'n Javaans district grote opschudding over zekeren achtenswaardigen Generaal-officier die, vreemdeling in Indië doch menende dat den soldaat alles vry en goed stond, zich niet ontzag op een inspektiereis, onder het oog van 't met zyn rang overeenkomend gevolg, terzyde van den weg te voldoen aan een natuurlyke behoefte. (...) Wat is hier zwaarder vergryp tegen decentie, de zeer zindelyke voet van den Sultan, of 't zeer onzindelyke... andere van dien Generaal?’ (vw v, p. 421-422) Genoemde generaal-officier is Von Gagern, ‘een gentleman en in veel opzichten een uitstekend persoon’, schrijft hij in een noot bij deze passage (vw v, p. 472). In een brief aan Tine van 27 november 1845 schrijft hij naast Von Gagern aan tafel te hebben gezeten: ‘Hij deed mij de eer aan veel met mij te spreken’ (vw viii, p. 555). Verder brengt hij hem ter sprake in een noot (uit 1872) bij Idee 452: ‘De vechtrapporten zyn gewoonlyk met zo weinig talent vervaardigd, zo kinderachtig ingekleed, dat men zich ergert over 't succes der al te plompe leugens. (...) We maken ons belachelyk in de ogen van den vreemdeling, die toevalligerwyze - als byv. de generaal Von Gagern - iets van ons geschryf te weten komt.’ (vw iii, p. 406) |
|