Effen, Justus van-,
1684-1735, gaf van 1731 tot 1735 De Hollandsche Spectator uit, een moralistische periodiek met typische Verlichtingskenmerken naar het Engelse model van Joseph Addison en Richard Steele. Het blad werd spoedig nagevolgd door tal van ‘spectatoriale geschriften’.
m. prijst Van Effen in Idee 442:
‘Als den lezer de Spectator van Van Effen bekend is, zal-i zich herinneren dat daarin voorkomt de heel aardige beschryving ener burger-vryaadje. Ik houd die beschryving voor echt, en vergeef onzen Justus makkelyker 't afluisteren dan 't verzinnen. 't Eerste is nagenoeg geoorloofd, ja zelfs byna plicht in iemand die mensen bestudeert om Spectators of Ideeën te schryven. (...) Ik spreek dus Van Effen vry van onbescheidenheid, maar erken enigszins jaloers te wezen op de gelegenheid die hy schynt gevonden te hebben tot nauwkeurige waarneming.’ (vw ii, p. 646)
Het ‘burger-vryaadje’ betreft de liefdesgeschiedenis tussen Kobus en Agnietje, één van Van Effens bekendste zedenschetsen.