Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdDumonceau, Charles-,advocaat bij het Hof van Beroep te Luik, hield aldaar in 1869 lezingen over ‘Het Volk in de Oudheid’ en ‘Over het Volk en het Christendom’. In 1870 verscheen zijn Fleurs poétiques de la Néerlande. Dumonceau reageerde in 1864 op m.'s rede voor het Internationaal Congres in het Koninklijk Paleis te Amsterdam (*congres 1.) met de woorden: ‘Le gouvernement hollandais a été attaqué avec une telle vivacité, qu'il est nécessaire que l'un ou l'autre membre de cette assemblée veuille bien maintenant entreprendre sa défense, afin que nous n'en emportions pas une trop mauvaise idée. [Fr. De Nederlandse regering is zo heftig aangevallen, dat beslist een van de aanwezigen in deze vergadering haar verdediging op zich dient te nemen, opdat wij niet met een al te slechte indruk van haar zullen heengaan]’. m. neemt deze woorden over in Idee 535, waarna hij schrijft dat niemand hierop heeft gereageerd. ‘De heer Dumonceau kan precies geweten hebben, onder welken indruk de vreemdelingen Holland verlaten zouden.’ (vw iii, p. 373; cf. Minnebrieven, vw ii, p. 167). |
|