Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdDrankgebruik,In een aantekening bij Idee 926 schrijft m.: ‘Wie met goeden uitslag den drankduivel bestrydt, verdient 'n burgerkroon. Ik kan me - op 't uitroeien van de gelovery na, die ook 'n soort van dronkenschap is - geen nuttiger doelwit voorstellen.’ (vw iv, p. 720) Op verschillende plaatsen in zijn werk gaat hij in op het gebruik èn misbruik van drank. In de Causerieën beschrijft hij een drinkgelag te Batavia in 1839 of 1840, dat op het Molenvliet eindigt (vw iv, p. 154 e.v.; P. van 't Veer, Het leven van Multatuli, 1979, p. 76). Het drankmisbruik van assistent-resident *Dickelman wordt in de verlovingsbrieven aan Tine beschreven. m.'s matigheid in drankgebruik zal uit deze tijd stammen. In een brief aan C. Vosmaer d.d. 31 oktober 1873 schrijft hij: ‘Drinken namelyk staat het denken in de weg’ waarna hij noteert dat hij en Mimi van zeer nabij de gevolgen van drankmisbruik hebben meegemaakt. Zelf is hij ‘altijd zeer matig geweest, en ook in ander opzicht ingetogen, buitengewoon ingetogen’ en hij gebruikt ‘sedert een jaar of drie zelfs geen bier.’ Juist het matig drinken is een pest volgens m.; ‘Leven de oprecht waarschuwende dronkaards die in de goot liggen!’ (vw xvi, p. 271). Op 7 augustus 1872 dronk m. op de *Adolfshöhe echter toch een glaasje portwijn met Mimi en Marie Anderson (vw xv, p. 302), en tegen het einde van zijn leven dronk hij, bij grote hitte, tijdens het werk aan de ‘Laube’, wel eens bier. |
|