Descartes, René,
1596-1650, Frans filosoof, woonde van 1628 tot 1649 in Nederland. Zijn ideaal was een op wiskundige basis gefundeerde ‘universele wetenschap van de natuur’ te ontwikkelen. Hiertoe ontwikkelde hij een analytische manier voor kennisverwerving in zijn Discours de la methode (1637), waarin zijn beroemd geworden idee ‘cogito ergo sum’ wordt uitgewerkt. Zijn werkwijze, de methodische twijfel, ontwikkelde hij verder in zijn De meditationes de prima philosophia (1641), waarin hij twee bewijzen voor het bestaan van God geeft, en in de Principia philosophia (1644). Hij had grote invloed op de ontwikkeling van de moderne empirische wetenschap.
In de Millioenen-studiën bespreekt m. een door een feuilletonist in l'Indépendance Belge aan Descartes toegeschreven spelsysteem: ‘Ik begryp niet hoe Cartesius [Descartes] - men moet toch veronderstellen dat hy rekenen kon! - zich zou hebben schuldig gemaakt aan de... naïviteit, die hem door dien feuilletonist wordt aangewreven’, maar: ‘By vakmannen moet men op 't gekste verdacht zyn’ (vw v, p. 183-184).
Over Descartes grondstelling ‘cogito ergo sum’, lezen we in Idee 23: