Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 88]
| |
sie van Vorstenschool, waarin zij m. gebrek aan godsvrucht verweet. Deze recensie, getiteld ‘Vorstenschool en Volksopvoeding’, verscheen in haar boek Uit het Leven voor het Leven (1875). In een noot bij Idee 740 schrijft m.: ‘Het aantal personen in ons gezegend Nederland, die meer verstand dan ik hebben van styl, taal, poëzie en treurspelen, is schrikbarend groot. De voortbrengselen onzer Letterkunde getuigen er van. (1874) Zie byv. de werken van Van Calcar, Alberdingk Thym [*J.A. Alberdingk Thijm], *Van Vloten, *De Geus, enz., altegaar veroordelaars van m'n arme Vorstenschool. Er behoort waarlyk moed toe, vermetelheid byna, om by den stortvloed van meesterstukken waarmee die feniksen onze lettermarkt overstromen, 'n pen op 't papier te zetten. Ik doe 't dan ook niet dan met eerbiedwaardige huivering. (Toevoeging van 1876)’ (vw iv, p. 693) In een brief aan C. Vosmaer van eind februari 1877 noteert Mimi dat zij samen met m. Calcars werk Op de grenzen van twee werelden. Onderzoek en ervaringen op het gebied van het hoogere leven ('s-Gravenhage, 1877-1887, 10 dln.) gelezen heeft. Zij noemt het ‘hoe een onmogelyk dwaas werk, en zoo goed geschreven te gelyk!’ (vw xviii, p. 643). In een verslag van m.'s voordracht te Zutphen van 11 april 1878 uit de recensent de kritiek dat Van Calcar meer en beter verdiend had ‘dan eenvoudig uitgelachen te worden’ (Zutphense Courant, 13 april 1878; vw xix, p. 472). |
|