Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdBosch, Johannes, graaf van den-,1780-1844, burgermanszoon uit Herwijnen, werd in 1831 in de adelstand veheven. Hij werd in 1797 luitenant en vertrok in 1801 naar Indië. Daar werd hij in 1814 directeur der militaire zaken op Java. Twee jaar later leidde dit tot zijn bevordering tot generaal-majoor. In 1818 schreef hij een verhandeling, die de basis zou vormen voor de oprichting van de Maatschappij van Weldadigheid, met het doel landbouwkolonies te stichten. Prins Frederik werkte mee aan deze maatschappij. Vervolgens was hij van 1830 tot 1833 gouverneur-generaal van Indië en van 1833 tot 1835 commissaris-generaal. In 1829 ontwikkelde hij het *Cultuurstelsel, dat hij in 1830 zelf invoerde. Hij zette de gedwongen cultures van koffie, thee, tabak, kaneel, indigo, cochinelle en peper door. Hiermee slaagde hij erin de koning tevreden te stellen, die ontzaglijke geldbedragen nodig had voor de al maar voortdurende status quo met België. Van 1834 tot 1839 was Van den Bosch minister van Koloniën. In de periode 1836-1838 ging de regering een schuld aan van 238 miljoen ten laste van de bezittingen overzee. In 1839 stelde Van den Bosch opnieuw een lening voor van 56 miljoen, teneinde de door hem met de Handelmaatschappij aangegane contracten te vereffenen. Dit voorstel werd echter verworpen door de Kamer, waarna ook de begroting van Financiën het niet haalde. Van den Bosch heeft zeer goedkoop de naam van ‘genie’ gekregen, schrijft m. in Over vryen arbeid (vw ii, p. 208). |
|