Biebrich,
(Biberich) stadje ten zuiden van Wiesbaden. Tot 1840 bevond zich hier de residentie van de hertog van Nassau. Tot 1866 diende het slot nog als zomerresidentie. In dat jaar werd het park voor de Pruisische regering opengesteld voor het volk. Daarover schrijft m. in zijn ‘Van den Rijn’-bijdrage van 1 december 1866 (vw xi, p. 763). Biebrich wordt ook genoemd in de Millioenen-studiën (vw v, p. 51). Verderop zegt Meester Adolf:
‘En wees niet zo verdammt oppervlakkig, als toen ge u zo boos maakte over 't verwoesten van den hortus te Biebrich. Dat hebben de Pruisen gedaan, zegt ge, alsof 't iets heel lelyks was. 't Ware te wensen, dat pruisische en andere soldaten nooit iets ergers hadden uitgevoerd.’ (vw v, p. 74)